Categoriearchief: Behandeling

Overlevingskans maag- en slokdarmkanker

Overlevingskans maag- en slokdarmkanker groter bij overleg met gespecialiseerd centrum

Als je kanker hebt, dan heb je de keuze uit verschillende ziekenhuizen. Het is belangrijk de juiste keuze te maken. Dit blijkt uit een onderzoek van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) en het Catharina ziekenhuis. “Er bestaan grote verschillen tussen ziekenhuizen in de behandeling die ze patiënten aanbieden na een diagnose slokdarm- of maagkanker”, legt hoofdonderzoeker chirurg dr. Grard Nieuwenhuijzen uit.

En juist die verschillen hebben een aanzienlijke invloed op de overlevingskansen van patiënten twee jaar na de diagnose. Nieuwenhuijzen: “In het ene ziekenhuis leven dan nog vier van de tien patiënten, in het andere vijf, een verschil van 20 procent. De behandeling van patiënten met slokdarm- en maagkanker dient daarom samen met een gespecialiseerd centrum bepaald te worden.”

Ingewikkeld en complex

De behandeling van slokdarmkanker is ingewikkeld en maar weinig ziekenhuizen mogen deze uitvoeren. “Ziekenhuizen uit heel Zuid-Oost Nederland verwijzen patiënten naar het Catharina Ziekenhuis voor onderzoek en behandeling van deze specifieke vorm van kanker”, legt Nieuwenhuijzen uit. Dit geldt ook voor de complexe operatie die nodig is om maagkanker te verwijderen. “Deze operatie mag niet in ieder ziekenhuis worden uitgevoerd. Het Catharina Ziekenhuis mag dit wel en is met 60 operaties per jaar een van de grootste centra van Nederland”, aldus Nieuwenhuijzen, “de diagnose wordt echter wel in ieder ziekenhuis gesteld, daarom hebben wij iedere week een overleg met de naar ons verwijzende ziekenhuizen waar we samen alle patiënten met maag- en slokdarmkanker bespreken om de juiste behandeling te bepalen. Op deze manier krijgt iedereen in onze regio de beste behandeling. Dit voorbeeld wordt door steeds meer regio’s overgenomen en bij steeds meer tumorsoorten toegepast.”

Bron: Catharina Ziekenhuis/NTvG

Ontstaan van delirium

Oorzaak ontstaan van delirium

Het is vandaag Wereld Delirium Dag, want artsen én patiënten mogen zich meer bewust worden van de gevaren van het delirium.

Ontstaanswijze
Nog geen week geleden promoveerde – heel toevallig – wetenschappelijk onderzoeker Angelique Egberts op een studie naar het delirium, waarmee ze de ontstaanswijze van het delier verder ontrafelde. Een bepaalde soort medicatie, een ontregeld immuunsysteem en een verstoring van de signaaloverdracht in de hersenen blijken alle bij te dragen bij aan het ontstaan ervan.

In ziekenhuis
Een op de drie ouderen die zijn opgenomen in het ziekenhuis, krijgt een delirium. Een delirium (of delier) is een acute staat van verwardheid die grote gevolgen heeft voor het herstel van de oudere ziekenhuispatiënt. Een delirium ontstaat vaak bij patiënten die een infectie hebben en bij patiënten die onder narcose zijn geweest.

Dementie
Een delier leidt dikwijls tot een langer verblijf in het ziekenhuis en veroorzaakt een grotere kans op dementie. Bovendien blijken deze patiënten zichzelf minder goed te kunnen redden na hun opname. Een kwart van de patiënten die een delier hebben doorgemaakt, overlijdt binnen een jaar na het delier.

In het bloed
De gevolgen zijn dus ernstig, maar over de ontstaanswijze van een delirium was weinig bekend. In het bloed van delirium-patiënten vond Egberts verschillende stofjes, waaronder een verhoogd aantal witte bloedcellen, die erop wezen dat het immuunsysteem uit balans was. Ook vond ze verlaagde hoeveelheden stoffen die zijn betrokken bij een adequate signaaloverdracht in de hersenen.

Medicijnen
Egberts ontdekte na bestudering van 905 patiëntendossiers ook een relatie tussen het ontstaan van een delirium en het gebruik van medicijnen die op de Anticholinergic Risk Scale (ARS) staan. Dat is een lijst van zogeheten anticholinerge-medicijnen. Deze medicijnen blokkeren bepaalde moleculaire processen in het lichaam, waardoor bijvoorbeeld depressies en incontinentie worden bestreden.

Bewust
Verder onderzoek moet uitwijzen of een delirium uitblijft als patiënten deze medicijnen niet slikken tijdens hun opname. “Ook is het van belang dat artsen en patiënten zich meer bewust worden van de nadelige gevolgen van een delier. Hoe langer een delirium duurt, des te ernstiger de gevolgen zijn.”

Team
In het Erasmus MC adviseert het Specialistisch Team Geriatrie over preventie en behandeling van een delier. Zie ook: het proefschrift van Angelique Egberts ‘Delirium bij Ouderen: Pathofysiologische en Farmacologische Aspecten’. En het filmpje ‘Risico delirium in beeld’.

Bron: Erasmus MC/GGZ

App voor jong volwassen kankerpatiënten

Nieuwe app voor jongvolwassen kankerpatiënten en naaste

Het Nationaal AYA ‘Jong & Kanker’ platform lanceert op 8 maart de nieuwe vooruitstrevende app ‘AYA-Match’. Deze applicatie verbindt AYA’s (Adolescents & Young Adults, jongeren tussen de 18 en 35 jaar met kanker) en hun naasten op een ongedwongen en luchtige manier. Het is een appetizer tot contact, passend bij het moment. De Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) deed het vooronderzoek voor deze app. Hieruit bleek dat het als jongvolwassene met kanker moeilijk kan zijn om goed in contact te blijven met je naaste omgeving en dat de behoefte aan een dergelijke app groot is. Dit project heeft NFK vorig jaar overgedragen aan Nationaal AYA ‘Jong & Kanker’.

Minder eenzaam en meer begrip

In de leeftijdsfase tussen 18 en 35 jaar zijn de meeste mensen bezig met hun studie, carrière, uitgaan, relaties, samenwonen of kinderen. Als je een levensbedreigende ziekte krijgt is het moeilijk om goed contact met je naasten te onderhouden en elkaar goed te begrijpen. Vrienden durven niet meer langs te komen, familieleden weten niet hoe ze kunnen helpen en de lichamelijke en psychische hindernissen zijn vaak lastig te begrijpen. Eigenlijk wil je het liefst volop in het leven blijven staan en geen wereld creëren waarin het alleen maar draait om deze ziekte. De nieuwe app speelt in op deze behoefte en dient als hulpmiddel om contact te leggen – en meer begrip en autonomie te kweken. ‘Het ultieme doel van de tool is dat jonge kankerpatiënten zich beter begrepen voelen en minder eenzaam zijn in het proces van ziekte en behandeling, maar ook daarna,’ stelt Arja Broenland (directeur-bestuurder NFK).

 Digitale Tool

Als AYA kun je door middel van een luchtige spelvorm een profiel creëren – wat wil je, wat helpt jou, hoe voel je je en waar heb je behoefte aan? Hierin kun je je eigen team opstellen door naasten uit te nodigen om deel te nemen in de app. Aan de hand van diverse instellingen komen vrienden en familie beter te weten waar de behoeften ligge

n, hier kunnen ze vervolgens op reageren. Het kan zijn dat een AYA aangeeft geen behoefte te hebben om te spreken over de laatste levensfase of dit juist wel fijn te vinden. Maar ook activiteitenverzoeken komen aan bod: ‘Ik heb overmorgen vervoer naar het ziekenhuis nodig’ of ‘Ik heb zin om film te kijken’. Als naasten binnen een bepaalde tijd aangeven hier ook zin in te hebben of hulp kunnen bieden, dan heb je een ‘Match’ en kan hierover een chat worden gestart. Voor nu wordt de app ingezet voor jongvolwassenen, maar de potentie om ook andere doelgroepen te dienen wordt onderzocht.

De app vind je hier

– Voor Apple gebruikers
– Voor Android gebruikers

Bron: Nationaal platform AYA ‘Jong & Kanker/NFK

 

Smaak en eetgedrag van kankerpatiënten

Invloeden van reuk- en smaakveranderingen op eetgedrag van kankerpatiënten

Het blijkt lastig voor kankerpatiënten om goed en smaakvol te eten. Veranderingen in smaak en reuk tijdens ziekte en behandeling liggen hieraan deels ten grondslag. Deze veranderingen kunnen invloed hebben op voedselvoorkeuren, voedingsinname en daarmee voedingsstatus van de patiënt.

HungerNdThirst is een stichting die zich inzet voor het verbeteren van de smaakbeleving bij (ex-)kankerpatiënten. Hiermee willen zij het behoud van kwaliteit van leven stimuleren en de sociale voldoening van eten en het herstelvermogen van de patiënten bevorderen. In opdracht van de HungerNdThirst onderzocht de Wetenschapswinkel van Wageningen University & Research het effect van reuk- en smaakveranderingen op eetgedrag bij kankerpatiënten die chemotherapie ondergaan.

Voor dit onderzoek brachten de onderzoekers de huidige stand van zaken over de kennis en dagelijkse zorgpraktijk in kaart en deden onderzoek bij patiënten in Ziekenhuis Gelderse Vallei te Ede.

Resultaten

Uit het onderzoek blijkt dat oplossingen op maat voor de patiënt zijn nodig, met focus op smaakbeleving en smaakvol eten, in plaats van eten omdat het moet. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek doen de onderzoekers de aanbeveling om een werkwijze te ontwikkelen die ingezet kan worden bij veranderingen in reuk- en smaakvermogen door chemotherapie. Hiermee kan de beschikbare kennis vertaald worden naar de dagelijkse zorgpraktijk.

Dit project draagt hier aan bij met de ontwikkeling van vier factsheets die informatie en praktische tips en adviezen over reuk- en smaakveranderingen bevatten. Deze factsheets voor artsen, verpleegkundigen, diëtisten en de patiënt zelf geven handvaten om tijdens ziekte en behandeling, ondanks reuk- en smaakveranderingen, toch gezonde keuzes te kunnen maken om bij te dragen aan een sneller herstel, smakelijker eten en een betere kwaliteit van leven van de patië

Opereren endeldarmkanker niet altijd nodig

Opereren endeldarmkanker niet altijd nodig

Drie patiënten van het Antoni van Leeuwenhoek hebben als eersten in Nederland een behandeling met het nieuwe bestralingsapparaat ‘Papillon’ ondergaan. Een bepaalde groep patiënten met endeldarmkanker kan door behandeling met dit apparaat een operatie bespaard blijven en dus ook de negatieve gevolgen hiervan zoals een stoma. Het Antoni van Leeuwenhoek is het eerste ziekenhuis in Nederland dat de Papillon voor dit doeleinde inzet.

Bij kleinere endeldarmtumoren die niet uitgezaaid zijn is bestraling met de Papillon een goed alternatief voor opereren.  Het is een uitkomst voor oudere mensen die vanwege een zwakke gezondheid of comorbiditeit geen grote operatie of narcose kunnen verdragen. Bovendien kunnen door deze bestraling meer patiënten in aanmerkingen komen voor de ‘wait and see’ behandeling,  waarbij verdere behandeling achterwege kan blijven, of pas ingezet wordt als de tumor groeit. Hierdoor kan een ingrijpende operatie en een eventueel stoma vermeden worden.
Deze techniek van oppervlakkige contactbestraling bestaat al langer in Europa, maar is nu ook beschikbaar in Nederland.

Bron: Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis

Beeldgeleide chirurgie

Het inspuiten van een fluorescerende contrastvloeistof bij patiënten met endeldarmkanker vóór een operatie, maakt het voor chirurgen tijdens de operatie mogelijk om nog nauwkeuriger tumorweefsel te verwijderen en gezond weefsel te sparen. Drie Nederlandse ziekenhuizen zijn gestart met dit baanbrekende onderzoek om darmkanker te behandelen. Het gaat om het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), het Erasmus MC in Rotterdam en het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven in samenwerking met het Centre for Human Drug Research (CHDR).Patiënten met grote lokaal voortgeschreden endeldarmtumoren of met teruggekeerde endeldarmkanker krijgen een aantal dagen voor de operatie bij het CHDR in Leiden een speciaal ontwikkelde tumor-specifieke marker (SGM-101) via een infuus toegediend. Het is een fluorescerende contrastvloeistof die zich specifiek hecht aan de tumorcellen. “Vergelijk het met een fluorescerende jas die oplicht in het donker als er licht opvalt”, zegt hoofdonderzoeker en chirurg dr. Alexander Vahrmeijer (LUMC). Tijdens de operatie gaat het licht op de operatiekamer uit en lichten de tumoren middels een speciale infraroodcamera op. “Het effect is tweeledig”, gaat hij verder, “tumoren die niet te zien zijn met het blote oog worden zichtbaar en plekken waarvan we vermoeden dat het een tumor is, maar wat gezond weefsel blijkt te zijn, kunnen dus worden gespaard.”

Bron: Persdienst Catharina Ziekenhuis

Borstimplantaten en zeldzame lymfeklierkanker

 

 

Vrouwen die borstimplantaten hebben, lopen meer risico op een zeldzame vorm van lymfeklierkanker. Daarvoor waarschuwt het VUmc, dat voor het onderzoek samenwerkte met het Antoni van Leeuwenhoek, Maastricht UMC en het Medisch Spectrum Twente.

Het onderzoek is gepubliceerd in een prestigieus medisch tijdschrift, het Journal of the American Medical Association (JAMA).

Uit het onderzoek blijkt dat vrouwen met borstimplantaten hebben een grotere kans om een zeldzame vorm van lymfeklierkanker op te lopen. De kans dat vrouwen mét implantaat deze zeldzame ziekte krijgen, is ruim 400 keer groter ten opzichte van vrouwen zonder implantaat.

1 op 35.000
In Nederland hebben 200.000 vrouwen borstimplantaten (van wie ongeveer driekwart om esthetische redenen). Volgens de onderzoekers is er een kans van 1 op 35.000 om het zeldzame type ALCL-kanker te krijgen.

Vrouwen die last hebben van zwellingen, een knobbel of een opgezwollen borst, kunnen het best contact opnemen met de huisarts –  slechts in enkele gevallen zal het gaan om ALCL, stellen de onderzoekers.

Salmonellabacterie en kans op darmkanker

 

Mensen die een ernstige voedselinfectie oplopen van een specifieke salmonellabacterie, hebben tot drie keer meer kans op het krijgen van darmkanker. Dat blijkt uit een recent onderzoek van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid enMilieu (RIVM), het  Antoni van Leeuwenhoek en het VU medisch centrum in Amsterdam.

Hun bevindingen zijn onlangs gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS ONE. “Even ter vergelijking: rood vlees eten geeft een 1,2 keer hoger risico op het krijgen van darmkanker”, zegt Sjaak Neefjes. Hij is hoogleraar Chemische Immunologie van het LUMC. Het gaat om een besmetting met Salmonella enteritidis, een bacterie die voorkomt op kipproducten en rauwe eieren. “Als je je eten goed verhit, is er niks aan de hand.”

Landelijk onderzoek

Neefjes buigt zich al langer over de vraag of salmonellabacteriën de kans op kanker vergroten. Hij liet eerder zien hoe salmonella gezonde cellen in kankercellen omzet en heeft dat bij proefdieren herhaald. Hier zag hij hoe die darmkanker kregen na een grote infectie met salmonella. Dat vormde voor hem de aanleiding om een nieuw, landelijk onderzoek te starten.

Bron: PLOS ONE/Antoni Leeuwenhoek Ziekenhuis

Alcohol en borstkanker

 

In de NRC van 8 januari 2018 staat een interessant artikel over borstkanker.

Korte samenvatting:

Het verband tussen alcohol drinken en borstkanker is makkelijk uit te leggen. Zowel Marjolein de Jong als Matti Rookus, epidemiologisch onderzoeker van het Antoni van Leeuwenhoek, hebben maar een paar zinnen nodig. Borstkanker is een oestrogeengevoelige ziekte. Alcohol verhoogt het oestrogeengehalte in het bloed. Het borstweefsel heeft receptoren voor dat vrouwelijke hormoon. Het bindt zich aan de receptoren waardoor cellen in de borst worden aangezet tot deling. Samengevat: alcohol leidt tot meer oestrogeen en meer oestrogeen leidt tot meer celdeling: de mogelijke bron van kanker als die deling verkeerd uitpakt.

90 procent van de Nederlanders heeft geen besef van het feit dat alcohol kan leiden tot borstkanker.

Bron: de NRC/Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis

 

 

Toekomstdroom: Virtuele Therapie bij hoofd-halskanker

Toekomstdroom komt weer stap dichterbij: Virtuele Therapie bij hoofd-halskanker

De techniek is nog volop in ontwikkeling, maar de toekomstdroom om het geheel klinisch te krijgen is met Merijn Eskes, de tweede promovendus binnen het zogenoemde Virtual Therapy project, weer een stap dichterbij gekomen. Eskes verdedigde op 13 december j.l. aan de Universiteit Twente in Enschede, zijn proefschrift getiteld: ‘Surface electromyography in personalised modelling of the head and neck’. Hierin beschrijft hij hoe door middel van elektromyografie van de gelaatspieren, voorspellingen van lipbewegingen kunnen worden gerealiseerd. 

Patiënten met een tumor in het hoofd-halsgebied kunnen allerlei functionele problemen krijgen na operatie en/of bestraling. Het Virtual Therapy project, is gericht op het ontwikkelen van een gepersonaliseerd model van het mond-keelgebied. Hiermee kunnen ‘patiënt specifieke voorspellingen’ worden gedaan van de gevolgen van chirurgie en/of bestraling, voordat de patiënt daadwerkelijk de operatie of bestraling ondergaat. Het project is een samenwerking tussen de Universiteit Twente (het MIRA instituut) en het Antoni van Leeuwenhoek.

Objectieve maatstaven

“Met andere woorden: door middel van virtuele chirurgie en radiotherapie op een computermodel van de patiënt, proberen we zo de individuele gevolgen van de behandeling voor kauwen, slikken en spraak voor de arts en patiënt inzichtelijk te maken”, vertelt prof. dr. A.J.M. Balm, hoofd-halschirurg in het Antoni van Leeuwenhoek. “Dit maakt het onder andere mogelijk om met objectieve maatstaven een gefundeerd behandelingsadvies uit te brengen over de operabiliteit van hoofd-halstumoren.”

Innovatief
Volgens Balm kan het onderzoek dat Merijn Eskes heeft gedaan, als zeer innovatief worden gekenschetst. “Hierbij heeft hij zich gericht op de activaties van de spieren bij lippen. Doel is om zo’n model uiteindelijk voor bijvoorbeeld de tong te ontwikkelingen. Maar dat is een complexer orgaan dan de lippen, omdat er meerdere spiergroepen door elkaar heen lopen. Uiteindelijk kun je een virtueel model voor alle organen maken. Dat is het toekomstbeeld, waardoor patiënten voor de behandeling al weten wat het effect en/of de gevolgen zijn.”

Bron: Antoni van Leeuwenhoek