Verminderde hartfunctie door behandeling borstkanker

ziekte ontkennen

Vrouwen die zijn behandeld voor borstkanker met chemotherapie en bestraling hebben een grotere kans op een verminderde hartfunctie.

Dit is gebleken uit een onderzoek van Lisselotte Boerman, promovendus bij de afdeling Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie aan het UMCG.

Boerman onderzocht 700 vrouwen tussen 35 en 92 jaar oud uit Noord-Nederland.
De helft van de vrouwen heeft langer dan vijf jaar geleden borstkanker gehad.

Aan elke patiënt werd een “controlevrouw” gekoppeld uit een huisartspraktijk met dezelfde leeftijd zonder een geschiedenis van kanker.

Met een ECG, bloedonderzoek en echo werd het hart van de vrouwen in kaart gebracht.

Boerman onderzocht o.a. de knijpkracht van het hart.

Bij 15 procent van de vrouwen die borstkanker hadden gehad, was de knijpkracht van het hart afgenomen.

Tegenover 7 procent van de controlevrouwen.

Er is weliswaar geen sprake van hartfalen, maar wel een indicatie dat het hart iets te verduren heeft gehad.

Het is daarom voor huisartsen van belang dat zij door dit onderzoek de risico’s van borstkanker behandeling kennen.

Een huisarts kan op deze wijze de klachten van een vrouw die het verleden voor borstkanker is behandeld beter begrijpen en behandelen.

Wellicht is er in de toekomst een simpele test die hiervoor kan worden ingezet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *