Radiotherapeutische zorg in Nederland

Radiotherapeutische zorg in Nederland

Het aantal kankerpatiënten in Nederland is in de afgelopen 20 jaar ongeveer verdubbeld. Bijna 4,0% van alle Nederlanders leeft momenteel met kanker of heeft in het verleden kanker gehad.1 Radiotherapie is een belangrijke behandelmethode bij kanker en wordt, al dan niet in combinatie met chemotherapie of chirurgie, veelvuldig ingezet om kanker te bestrijden. Ongeveer 50% van de patiënten met kanker ontvangt radiotherapie en jaarlijks worden ongeveer 50.000 kankerpatiënten bestraald.2 Ondanks dat radiotherapie een veelgebruikte behandeling is bij kanker, is er tot op heden weinig onderzoek gedaan naar de ervaringen van patiënten met deze specifieke vorm van oncologische zorg. Projecten rondom kwaliteitsborging, -verbetering en innovatie beperkte zich vooral tot bouwtechnische aspecten, fysisch-technische aspecten en stralingsveiligheid.2 Patiënten zijn ervaringsdeskundigen als het gaat om het proces van de zorgverlening. Hun ervaringen, wensen en prioriteiten kunnen een waardevolle informatiebron zijn voor radiotherapiecentra en het kwaliteitsbeleid voor radiotherapie in het algemeen. In 2010 zijn de ervaringen van patiënten met de oncologische zorg in brede zin in kaart gebracht.3 Hieruit bleek dat kankerpatiënten positieve ervaringen hebben met de oncologische zorg als het gaat om de bejegening en deskundigheid van artsen en verpleegkundigen. Over de psychosociale begeleiding en informatieverstrekking van kankercentra waren patiënten minder positief. Hoewel de resultaten uit dit onderzoek enig inzicht geven in hoe kankerpatiënten, waaronder radiotherapiepatiënten, de zorg ervaren, zijn de resultaten niet simpelweg te generaliseren naar ervaringen met radiotherapie. Een behandeling met radiotherapie bestaat uit een complexe en stipte planning van afspraken in een korte, maar zeer intensieve periode. In deze periode is de patiënt veelvuldig in het radiotherapiecentrum en heeft veel contact met verschillende zorgverleners. Radiotherapie wordt daarnaast slechts in een beperkt aantal centra in Nederland aangeboden. Het specialisme was tot 2012 onderworpen aan een vergunningenstelsel (Wet Bijzondere Medische Verrichtingen; WBMV), waardoor capaciteit, zorgvraag en spreiding werden gereguleerd op basis van adviezen van de Gezondheidsraad.4 Om inzicht te krijgen in de ervaringen van patiënten met de radiotherapeutische zorg is het belangrijk om specifieker in te gaan op de kwaliteitsaspecten die voor deze patiëntengroep van belang zijn. De Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO) heeft daarom in 2010 het initiatief genomen tot de ontwikkeling van een gestandaardiseerde vragenlijst voor het meten van patiëntervaringen met de radiotherapeutische zorg: de CQ-index Radiotherapie. Tot op heden evalueerde het merendeel van de radiotherapeutische centra de zorg die zij bieden aan patiënten zelfstandig via vragenlijstonderzoek. De toepassing van één gestandaardiseerde vragenlijst maakt het mogelijk om een landelijk beeld te schetsen van de ervaren kwaliteit en om de patiëntervaringen te vergelijken tussen radiotherapeutische centra, zogenoemde ‘benchmarking’. Als onderdeel van de ontwikkeling van de vragenlijst organiseerden Nijman et al. (2012) groepsgesprekken met radiotherapiepatiënten.5 Uit deze gesprekken kwam naar voren dat voor patiënten met name patiëntgerichtheid, bejegening en informatievoorziening belangrijk zijn. Bovendien stellen patiënten het op prijs als hun radiotherapeut op de hoogte is van het persoonlijke medische dossier en er gebruik wordt gemaakt van een intakegesprek om patiënten te informeren. Wat de ervaringen met deze kwaliteitsaspecten zijn, was tot op heden niet bekend

Bron: Nederlands Tijdschrift voor Oncologie  januari 2017

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *