Maandelijks archief: mei 2016

Intensieve controle terugkeer darmkanker

bestraling

Intensieve controle op terugkeer van darm- endeldarmkanker.

Door op een nieuwe manier patiënten met darm of endeldarmkanker te controleren na het verwijderen van de tumor, is sneller terugkeer van de ziekte te constateren.

Hierbij wordt de aanwezigheid van de tumormarker CEA (Carcinoembryonic Antigen) in het bloed vaker gemeten en bij stijging ervan direct actie ondernomen.

Hierdoor zijn patiënten bij terugkeer van de ziekte vaker te genezen dan volgens de huidige manier van controle.

Charlotte Verberne van het UMCG promoveerde recent op haar proefschrift  hierover aan de Rijksuniversiteit Groningen.

In Nederland krijgen jaarlijks ruim 13.000 mensen darm- of endel darmkanker.

Na de operatie blijven de patiënten onder controle bij de arts. Het belangrijkste doel is vroegtijdig opsporing van de terugkerende kanker.

Ongeveer 20 tot 25%  van de patiënten wordt hiermee geconfronteeerd.

De CEA waarde stijgt bij de meeste patiënten (tot zelfs 80%) als de kanker terugkeert.

In de huidige richtlijn wordt de cea-waarde 3- of 6 maandelijks gemeten, maar wordt niet altijd een scan van buik en longen genomen.

Het nieuwe protocol bestaat uit twee maandelijkse CEA-metingen en CT scan bij duidelijke toename van CEA-waarden.

Uit onderzoeken blijkt dat zo terugkeer van kanker eerder is op te sporen dan via  de huidige Nederlandse richtlijn.

Bij de patiënten waar terugkeer van de ziekte is vastgesteld, bleek deze vaker (35% tegen 22%) te genezen dan met het huidig protocol.

Er komt een vervolgonderzoek om de richtlijnen aan te passen.

Angst voor terugkeer kanker

medicijnen

Een derde van de patiënten met kanker die na de behandeling nog in leven is, ervaart in ernstige mate angst voor terugkeer van kanker.

Deze angst leidt tot allerlei problemen in het dagelijkse leven.

Jose Kusters van het Radboudumc promoveerde recent over de angst voor terugkeer van kanker en de onbekendheid voor dit probleem.

Steeds meer mensen blijven leven na behandeling van kanker.

Al deze mensen ervaren in meer of mindere mate angst van terugkeer van kanker.

Bij een derde van de patiënten blijft echter de angst sterk aanwezig.

Zelfs vijf tot tien jaar na het afronden van de behandeling komt deze angst nog voor.

Mensen met angst maken zich veel zorgen.

Hebben moeite met het maken van toekomstplannen. Of zijn extreem alert op lichamelijke symptomen.

Het is minder bekend bij artsen dat de angst zodanige vormen kan aannemen dat de patiënten zich er door geïnvalideerd voelen.

Er is momenteel geen behandeling voor deze patiënten, zoals er wel is voor (ex)kankerpatiënten met depressie of vermoeidheid.

Inmiddels is op basis van de resultaten van Jose Kusters proefschrift een behandeling voor deze groep patiënten ontwikkeld en in onderzoek op de afdeling Medische Psychologie van het Radboudumc.

Bron: Radboudumc

Openheid gegevens mislukte operaties

borstkanker

Openheid gegevens mislukte operaties in ziekenhuizen.

Op de site van de Nederlandse vereniging van Ziekenhuizen is te lezen bij hoeveel procent van de patiënten na een operatie nog weefsel met kankercellen achterblijft.

Volgens oncologisch chirurg Michel Wouters, bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Heelkunde, is dat percentage een belangrijke graadmeter voor de kwaliteit van de kankerbehandelingen.

De chirurgen vergelijken onderling de percentages van weefsels met kankercellen na operaties.

Als artsen zien dat ze afwijken van het gemiddelde zoeken ze uit hoe dat komt.

Deze vergelijkende werkwijze heeft een enorm effect gehad op de uitkomsten.

Bij endeldarmkanker is het aantal operaties waar tumorweefsel achterbleef landelijk gedaald van 17 naar 5 procent.

Als bij een operatie van endeldarmkanker tumorweefsel achterblijft is de kans op terugkeer van kanker groter en moeilijker te behandelen.

Waardoor de kans op overleving slechter is.

Bij borstkanker is dat anders. Omdat overleving door nog veel andere factoren wordt bepaald.

Zoals o.a. radiotherapie of chemotherapie en de agressiviteit van de tumor.

Bron: De Volkskrant.

Uitbreiding prostaatkanker behandeling

cea waarde

Het Catharina Kanker Instituut te Eindhoven heeft de behandeling aangepast van patiënten met een ongeneselijke vorm van prostaatkanker.

Uit internationaal onderzoek is gebleken dat het aantal injecties met het radioactieve Radium-223 chloride succesvol kan worden verdubbeld van 6 naar 12.

In veel gevallen wordt door meerdere injecties voorkomen dat de tumoren in het bot verder toenemen.

Het was al bekend dat de therapie de pijn vermindert en voor een betere kwaliteit van leven zorgt.

Voorheen werd het middel ingezet als laatste mogelijkheid na chemo of hormoontherapie.

Nu is vastgesteld dat het verantwoord en veilig is om deze therapie eerder in het ziekteproces in te zetten.

Het Catharina ziekenhuis heeft in 2014 als eerste deze therapie klinisch aangeboden en nu de verlengde behandeling recent in de praktijk toegepast.

Bron Catharina ziekenhuis. Blikopnieuws.

Oudere kankerpatiënten missen juiste zorg

postcode

Oudere kankerpatiënten krijgen in ziekenhuizen niet altijd de juiste genezende behandeling.

Deze grote groep kankerpatiënten krijgt in het ene ziekenhuis veel eerder een genezende behandeling aangeboden dan in een ander ziekenhuis.

De artsen omschrijven dit fenomeen als postcodegeneeskunde.

De woonplaats mag niet de zorg van kanker bepalen.

Om grote verschillen te verkleinen zou er meer naar de fitheid van de 75-plus kanker patiënten moeten worden gekeken.

Ook kunnen ouderen beter in gespecialiseerde centra worden behandeld.

Cijfers van de Nederlandse Kanker Registratie tonen grote regionale verschillen aan in de de wijze van wel of niet behandelen van kankersoorten bij ouderen.

In het ene ziekenhuis krijgt maar 10 procent van de 75-plussers met slokdarmkanker waarvan nog genezing mogelijk is, daadwerkelijk een behandeling aangeboden en in andere ziekenhuizen wordt  bij 60 procent van ouderen de tumor wel bestreden.

Cardioloog Marcel Daniels van de Federatie van Medische Specialisten stelt: “Dat we gelukkig de leeftijdgrenzen hebben losgelaten. De grote uitdaging voor de komende tijd is beter selecteren welke oudere nog een behandeling goed aan kan.”

Hoogleraar geriatrie Marcel Olde Rikkert van het Radboudumc stelt voor om knievervangingen bij ouderen in gespecialiseerde ziekenhuizen uit te voeren. Met bijvoorbeeld anesthesisten die veel ervaring hebben met ouderen.

“Een gewone auto kun je prima naar Kwik-fit brengen, maar een oldtimer niet.” concludeert Marcel Olde Rikkert.

Bron: Trouw

Sneldiagnostiek borstkanker

scan

De polikliniek Sneldiagnostiek van het Antoni van Leeuwenhoek is uitermate geschikt voor het constateren van borstkanker door de deskundigheid, het snelle proces en de toegeweide begeleiding.

Binnen 24 uur kunnen patiënten met een verwijzing van de huisarts of het Bevolkingsonderzoek gegarandeerd bij de polikliniek terecht voor een uitgebreide controle door een radioloog of verpleegkundig specialist.

Daarna is binnen twee uur de uitslag bekend.

Sinds de start van de polikliniek hebben al 1.550 patiënten van deze dienstverlening van het Antoni van Leeuwenhoek gebruik gemaakt.

Bij ruim een kwart van hen bleek het inderdaad om borstkanker te gaan.

Uiteraard werden zij onmiddellijk doorverwezen naar de specialisten in het Antoni van Leeuwenhoek.

Bij patiënten zonder kwaadaardigheden werd er alle aandacht voor nazorg en beantwoorden van eventuele vragen gegeven om het onderzoek naar tevredenheid af te ronden.

Bron: Antoni van Leeuwenhoek

Bacteriële infecties en behandeling

behandeling kanker

Bacteriële infecties en behandeling

Onderzoekers van het UMCG hebben een methode ontwikkeld waarmee anti-microbiële stoffen verpakt kunnen worden en daardoor voor het eerst diep kunnen doordringen in een bacteriële infectie.

Meer dan zestig procent van alle menselijke infecties wordt veroorzaakt door biofilms.

Biofilms bestaan uit een laag bacteriën die zich overal in het lichaam kunnen vormen en infecties veroorzaken.

Biofilms zijn steeds minder vatbaar voor antibiotica doordat de bacteriën steeds resistenter worden tegen antibiotica, maar ook doordat deze niet goed doordringen in de biofilm.

Nu hebben onderzoekers een nieuwe methode ontwikkeld waarin anti-microbiële stoffen verpakt kunnen worden.

Hierdoor is de verpakking in staat zich zelf een weg te zoeken naar een infectie en vervolgens te penetreren in de biofilm.

Hier openen de daar aanwezige bactieren zelf de verpakking om daarmee hun eigen dood te bewerkstelligen.

De onderzoekers benadrukken dat de klinische toepassing bij mensen nog niet van toepassing is. Eerst moet deze methode nog getest worden door middel van dierproeven.

bron: nieuwsbericht UMCG. Publicatie ACS Nano

Hodgkin lymfoom en hart en vaatziekten

PET-CT_Siemens_Biograph01

Hodgkin lymfoom en risico’s op hart en vaatziekten.

Patiënten die in het verleden zijn behandeld voor Hodgkin lymfoom hebben 3 tot 7 keer verhoogde kans op hart- en vaatziekten.

Het risico is afhankelijk van de hoeveelheid bestraling en het type chemotherapie.

Hodgkin lymfoom is een soort kanker dat het meest voorkomt bij jong volwassenen.             In Nederland komt de ziekte jaarlijks bij ongeveer 460 mensen voor.

De overlevingskans is hoog door behandelingen van intensieve radiotherapie en chemotherapie sinds de jaren zestig.

Tegenwoordig geneest bijna 90 procent van de patiënten.

Maar de behandeling had ook een aantal negatieve bijwerkingen op lange termijn. Waaronder de kans op secundaire kanker en cardiovasculaire ziekten.

2.500 patiënten die allen waren behandeld tussen 1965 en 1995 bleken een hoger risico op hart- en vaatziekten  te hebben dan de algemene bevolking.

Namelijk 3 tot 7 keer zoveel.

Na veertig jaar is bij de helft van de Hodgkin overlevenden hart- en vaatziekten ontwikkeld.

De resultaten van het onderzoek kunnen worden gebruikt om de huidige behandeling van Hodgkin lymfoom verder te verbeteren.

De promovendus van het onderzoek is Rianne van Nimwegen (VU Amsterdam)

Bron Antoni van Leeuwenhoek.

Samenwerking ziekenhuizen en farmaceuten

levensverlenging

Samenwerking ziekenhuizen en farmaceuten maken kankermedicijnen breder inzetbaar. 

Welk targeted antikankermiddel werkt bij tumorsoorten anders dan waarvoor het middel is geregistreerd?

Op die vraag wil de DRUP-studie van het Center for Personalized Cancer Therapy (CPCT) antwoord weten te vinden.

In het onderzoek worden geneesmiddelen ter beschikking gesteld waarvoor ze nog niet getest zijn.

Aan het onderzoek doen momenteel dertien ziekenhuizen mee en twee farmaceuten.

Het Antoni van Leeuwenhoek coördineert de studie namens CPCT.

De Nederlandse oncologen en farmaceuten hopen in samenwerking de toepassing van antikankermiddelen te verbreden en te versnellen.

In de studie worden geneesmiddelen opgenomen die zich richten op een specifiek kenmerk van de tumorcel.

Zulke geneesmiddelen worden ontwikkeld en geregistreerd en daarmee vergoed voor een bepaald type kanker.

Er zijn echter andere kankersoorten waarbij een tumor hetzelfde specifieke kenmerken kan hebben.

Farmaceuten moeten voor een geneesmiddel voor iedere kankersoort een nieuwe registratieprocedure volgen.

De DRUP-studie (Drug Rediscovery Protocol) biedt uitbehandelde patiënten, van wie de tumor een specifiek kenmerk heeft waarvoor bij andere tumorsoorten een geregistreerd goed werkend middel bestaat, toegang tot dat bewuste middel.

De studie levert mogelijk winst op voor patiënten waarvoor nu geen behandeloptie meer bestaat. Zij krijgen dan van de farmaceut het antikankermiddel verstrekt.

Het Center for Personalized Cancer Thearapy (CPCT) is een initiatief van het Erasmus MC, het UMC Utrecht en het Antoni van Leeuwenhoek en wil in de toekomst kankertherapie op maat aanbieden.

Pallitatief team

regieverpleegkundige

Het Beatrixziekenhuis te Gorinchem kent sinds kort een palliatief team.

Met inzet van dit team wil het ziekenhuis patiënten die niet meer kunnen genezen een zo hoog mogelijk kwaliteit van leven geven.

Deze werkwijze is niet alleen bedoeld voor de patiënten, maar ook voor de naasten.

Als het mogelijk is thuis en als dat niet lukt in een hospice of verpleeghuis.

Het pallitatief team bestaat uit zorgverleners uit verschillende disciplines: internist-oncoloog, longarts, neuroloog, specialist ouderen geneeskundige en speciale verpleegkundigen voor ouderen.

Pallitatieve zorg is ook bedoeld voor patiënten met een niet goed te voorspellen levensverwachting.

Zoals COPD, hartfalen, nieraandoeningen, herseninfarcten en dementie.

Het pallitatief team kan alleen ingeschakeld worden  door een zorgprofessional van het ziekenhuis.

 Het is aan te bevelen in meer ziekenhuizen palliatieve teams in te zetten.

Bron: Beatrixziekenhuis.